Hoe weet je welke materialen in een product zijn verwerkt- en of je die opnieuw kunt gebruiken of recyclen?
Steeds meer bedrijven willen circulair werken. Maar als je niet weet van welke materialen een product is gemaakt, kun je ook niet bepalen of- en hoe- je die materialen kunt hergebruiken, recyclen of veilig verwerken. Zonder die informatie wordt het bovendien lastiger om onderbouwd te rapporteren over grondstoffengebruik- iets wat steeds belangrijker wordt in wetgeving zoals de CSRD en de UPV.
Een grondstoffenpaspoort helpt daarbij. In deze blog lees je wat het is, waar je het kunt vinden en meer.
Wat is een grondstoffenpaspoort?
Een grondstoffenpaspoort is een overzicht van de materialen die in een product zijn verwerkt. Het bevat informatie over:
- het type materiaal: zoals hout, staal of kunststof;
- de hoeveelheid en samenstelling: welke materialen in een product zitten en hoeveel van elk is gebruikt;
- de herkomst: komen de materialen uit primaire bronnen zoals aardolie, of zijn ze gerecycled? En van welke leverancier is het materiaal afkomstig?;
- circulariteit: zijn de materialen geschikt voor hergebruik, recycling of demontage?
In het grondstoffenpaspoort van een bureaustoel staat bijvoorbeeld dat het onderstel is gemaakt van aluminium. De zitting bestaat voor 85% uit gerecycled kunststof en zonder lijm is bevestigd. De armleuningen bevatten een stalen binnenwerk (voor extra stevigheid), dat los van de kunststof omhulling kan worden verwijderd en apart gerecycled. Alle onderdeel zijn afzonderlijk te vervangen of opnieuw te gebruiken.
Waarom is een grondstoffenpaspoort belangrijk?
Een grondstoffenpaspoort geeft inzicht in de materialen die in een product zijn gebruikt én hoe je die opnieuw kunt inzetten – via hergebruik, recycling of demontage. Daardoor voorkom je dat waardevolle materialen onnodig bij het restafval belanden. In plaats daarvan vinden ze hun weg terug in de keten. Zo draagt het grondstoffenpaspoort direct bij aan het behoud van grondstoffen en een circulaire economie.
Waar vind je het grondstoffenpaspoort?
Het grondstoffenpaspoort is geen fysiek document, zoals een paspoort waarmee je op reis gaat. Het is een digitaal overzicht van de materialen die zich in een product bevinden. In de maakindustrie wordt het grondstoffenpaspoort vaak gedeeld door de producent of leverancier – bijvoorbeeld als PDF, via een online databank of met een QR-code op het productlabel.
Ook in de bouwsector wordt gewerkt met grondstoffenpaspoorten. De materialeninformatie van gebouwen wordt dan digitaal vastgelegd, bijvoorbeeld in een BIM-systeem of via een platform zoals het Madaster. Zo wordt inzichtelijk welke materialen – zoals hout, beton of glas – zijn gebruikt, en of die in de toekomst herbruikbaar, demontabel of recyclebaar zijn. Dat is niet alleen relevant voor duurzaam bouwen, maar ook voor toekomstige renovatie, sloop of hergebruik van materialen.
Hoe helpt een grondstoffenpaspoort bij CSRD-rapportage?
De CSRD-richtlijn verplicht bedrijven om te rapporteren over hun impact op mens en milieu. Een belangrijk onderdeel daarvan is het gebruik van grondstoffen: welke materialen je toepast, of het gaat om primaire (nieuwe) of secundaire (gerecyclede) grondstoffen, hoeveel je ervan gebruikt en wat er na afloop mee gebeurt. Kunnen de materialen worden hergebruikt of gerecycled, of eindigen ze in de verbrandingsoven?
Een grondstoffenpaspoort brengt deze informatie in kaart. Het laat per product zien welke materialen zijn gebruikt, wat de herkomst is, of ze schadelijke stoffen bevatten en in welke afvalstroom ze terechtkomen. Zo kun je als bedrijf beter en duidelijker rapporteren – precies wat nodig is voor de CSRD.
Hoe helpt een grondstoffenpaspoort bij UPV?
De Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) houdt in dat producenten verantwoordelijk zijn voor hun product, ook nadat het afval is geworden. Dit geldt bijvoorbeeld voor verpakkingen, elektronica, textiel en bouwmaterialen. Bedrijven moeten aantonen wat er met hun product gebeurt na gebruik en of het geschikt is voor hergebruik, recycling of veilige verwerking.
Een grondstoffenpaspoort helpt om dat inzichtelijk te maken. Het legt per product vast welke materialen zijn gebruikt, of het gaat om primaire (nieuwe) of secundaire (gerecyclede) grondstoffen en of onderdelen herbruikbaar, recyclebaar of demontabel zijn. Zo ondersteunt het niet alleen de naleving van de UPV, maar helpt het ook om afval te verminderen en meer waarde uit materialen te halen.
Wat is de link tussen het grondstoffenpaspoort en de grondstoffentransitie?
De grondstoffentransitie is de omslag van een lineair naar een circulair gebruik van grondstoffen. In plaats van materialen eenmalig te gebruiken en daarna weg te gooien, draait het om hergebruik, waarde behoud en het voorkomen van afval. Het doel: minder verspilling, minder afhankelijkheid van schaarse materialen en een economie waarin grondstoffen gebruikt in plaats van verbruikt worden.
Een grondstoffenpaspoort helpt om die omslag mogelijk te maken. Het geeft inzicht in welke materialen zijn gebruikt en of ze geschikt zijn voor hergebruik, recycling of demontage. Doordat je weet wat erin zit, kun je materialen gericht scheiden en recyclen. Zo voorkom je dat waardevolle grondstoffen onnodig verloren gaan en belanden bij het restafval. Ze krijgen in plaats daarvan een nieuwe plek in de keten. Op die manier gaan we van een lineair gebruik naar een circulair gebruik – precies waar de grondstoffentransitie om draait.
De grondstoffentransitie versnellen als bedrijf
Hoe ver we zijn met de grondstoffentransitie, zien we terug in de datum van Earth Overshoot Day. Hoe later die valt, hoe beter we omgaan met onze jaarlijkse voorraad aan natuurlijke hulpbronnen. Het uiteindelijke doel? Dat Earth Overshoot Day pas op 31 plaatsvindt. In 2025 valt deze dag al op 24 juli.
Veelgestelde vragen over het grondstoffenpaspoort
Nee, een grondstoffenpaspoort is op dit moment niet wettelijk verplicht. Maar in de praktijk wordt het wel steeds vaker verwacht of zelfs als voorwaarde gesteld. Denk bijvoorbeeld aan circulaire aanbestedingen, waarbij opdrachtevers- zoals gemeenten- eisen stellen aan hergebruik van materialen en afvalreductie.
Een grondstoffenpaspoort richt zich specifiek op de materialen in een product: welke grondstoffen zijn gebruikt, wat de herkomst is en of ze herbruikbaar, recyclebaar of demonteerbaar zijn.
Het Digital Product Passport (DPP) gaat een stap verder. Het bevat ook informatie over het gebruik en onderhoud van het product, de CO₂-impact, repareerbaarheid, en relevante wet- en regelgeving die specifiek van toepassing is op dat product – zoals eisen rond veiligheid, milieu of circulariteit.
De EURAL-code is geen standaardonderdeel van elk grondstoffenpaspoort. Toch wordt die in sommige gevallen wel toegevoegd – bijvoorbeeld wanneer het product of materiaal na gebruik als (mogelijk) gevaarlijk afval wordt afgevoerd, of wanneer bedrijven verplicht zijn hun afvalstromen te registreren volgens de Eural-lijst.
Dat is bijvoorbeeld het geval in de bouw- en industriesector, waar materialen als kitresten, verfafval of isolatiemateriaal na sloop onder specifieke EURAL-codes moeten worden afgevoerd. Het benoemen van de juiste code helpt dan om het afval correct te scheiden, te registreren en te verwerken volgens wet- en regelgeving.
De naam grondstoffenpaspoort verwijst naar het doel: zorgen dat de grondstoffen in materialen behouden blijven.
Het paspoort geeft inzicht in hoe een materiaal hergebruikt, gerecycled of gedemonteerd kan worden. Zo voorkom je dat de grondstoffen in dat materiaal verloren gaan. Het draait dus niet alleen om wat erin zit, maar vooral om hoe je het weer als grondstof kunt inzetten. Daarom noemen we het een grondstoffenpaspoort.
Op de hoogte blijven
Op de hoogte blijven van alle nieuwe ontwikkelingen? Volg ons op LinkedIn en Instagram of abonneer u op de nieuwsbrief. Bent u nieuwsgierig naar wat Milgro voor uw bedrijfsvoering en afvalproces kan betekenen? Neem dan contact op.